Begroting 2020

Financieel overzicht van baten en lasten

Grondslagen begroting en meerjarenraming

Grondslagen begroting en meerjarenraming

1. Loon en prijsontwikkelingen
Uitgangspunt is dat voor zowel de baten als de lasten in de meerjarenraming 2020-2023 het loon- en prijspeil van het begrotingsjaar 2019 wordt gehanteerd (tenzij op onderdelen andere concrete informatie voorhanden is). Verder wordt de meerjarenbegroting, vanaf 2021, in constante prijzen opgesteld. Dit is bij veel gemeenten een gebruikelijke methodiek. De waarde daarvan is des te groter in de huidige en snel veranderende macro-economische omstandigheden waarin de voorspellende waarde voor de jaren na het begrotingsjaar afneemt.
Hiervoor wordt gehanteerd de inflatie, geharmoniseerde consumentenprijsindex volgens het Centraal Economisch Plan van 2019. Deze bedraagt 2,5 % voor 2020, zonder automatische toekenning van compensatie.

2. Ontwikkeling geld- en kapitaalmarkt
De rente op de geldmarkt wordt geraamd op 0,25 % en voor de kapitaalmarkt op 1 %. De omslagrente blijft gehandhaafd op 0 %.

3. Belastingen en retributies
Voor belastingen en rechten wordt het inflatiepercentage aangehouden dat voortvloeit uit de CPB-publicaties; dat wil zeggen 2,3 %. Voor heffingen geldt dat een compensatie alleen aan de orde is, als dit binnen de grenzen van kostendekkendheid blijft. Voor de retributies geldt dat het uitgangspunt is 100 % kostendekkendheid. De belastingvoorstellen worden in december door de raad definitief vastgesteld.

4. Vervallen precariobelasting kabels en leidingen
Het kabinet heeft de precariobelasting op nutsbedrijven afgeschaft. Per 1 januari 2022 mogen gemeenten deze belasting niet meer heffen op nutsbedrijven. Het tarief is door het Rijk bevroren per 10 februari 2016 op het geldende tarief van € 4,56 per meter. Het afschaffen van de precariobelasting levert voor alle gemeenten die door deze maatregel worden getroffen een financieel probleem op. Door het Rijk wordt op geen enkele wijze een financiële compensatie verstrekt voor het vervallen van de mogelijkheid om op deze wijze gemeentelijke inkomsten te genereren.

5. Verbonden partijen
De verbonden partijen stellen individueel een begroting op. Voor de meeste gemeenschappelijke regelingen volgen wij het percentage dat sinds het begrotingsjaar 2012 wordt vastgesteld in samenspraak met alle betrokken buurgemeenten in het samenwerkingsgebied Holland Rijnland. Voor het jaar 2020 is de toegestane prijsindexatie voor beloning werknemers 3,2% en 1,50% voor materiële uitgaven.

6. Werkorganisatie HLTsamen

De effecten van beleidsbeslissingen bij de vaststelling van de gemeentebegroting op de werkorganisatie HLTsamen worden, indien van toepassing, als beslispunt in de programmabegroting zichtbaar.

In dit verband mag ook niet onvermeld blijven dat de besparingen binnen de HLT-organisatie een gunstig effect hebben op de financiële positie van Teylingen. Voor het begrotingsjaar 2020 betekent dat, dat ten opzichte van de start van HLTsamen een besparing is bereikt van € 900.000,-.